Gedeelde Weelde
Petrus Regoutplein 2
6211XX Maastricht
Nederland
Benyamin Perry
Helmond, 1966
Na een lange carrière als cameraman, editor en director neemt Perry in 2010 de fotocamera weer ter hand. Naast snapshot-fotografie legt hij zich met name toe op portretfotografie van kunstenaars en muzikanten. Na diverse bijdragen aan magazines, kunstboeken en een aantal exposities besluit hij zich volledig op autonoom werk toe te leggen. De laatste jaren exposeerde hij o.a. met een grote solo in het Museum van Bommel van Dam, en werkt hij als gast-werkplaatsgebruiker op het Flacc te Genk en de Jan van Eyck Academie waar hij experimenteert met de rauwe weerbarstigheden van de risografie.
Perry keerde de geaccepteerde gebruiken in de fotografie om door uit te gaan van duisternis in plaats van het licht, o.a. als reactie op het digitale beeldenbombardement op onze schermen waarin niets aan de verbeelding wordt overgelaten.
Zijn duistere beelden verschijnen aanvankelijk als abstracte zwarte vensters waarin de fluisterende motieven lijken te aarzelen tussen naar voren te willen komen of juist nog een stap achterwaarts te zetten om te verdwijnen. In hun duistere vertwijfeling, hun bijna onzichtbaarheid, die evengoed een zelfverzekerd besef van de onherkenbaarheid van het zelf als beeld kan zijn, stellen zij de beschouwer op de proef.
Na een lange carrière als cameraman, editor en director neemt Perry in 2010 de fotocamera weer ter hand. Naast snapshot-fotografie legt hij zich met name toe op portretfotografie van kunstenaars en muzikanten. Na diverse bijdragen...
Na een lange carrière als cameraman, editor en director neemt Perry in 2010 de fotocamera weer ter hand. Naast snapshot-fotografie legt hij zich met name toe op portretfotografie van kunstenaars en muzikanten. Na diverse bijdragen aan magazines, kunstboeken en een aantal exposities besluit hij zich volledig op autonoom werk toe te leggen. De laatste jaren exposeerde hij o.a. met een grote solo in het Museum van Bommel van Dam, en werkt hij als gast-werkplaatsgebruiker op het Flacc te Genk en de Jan van Eyck Academie waar hij experimenteert met de rauwe weerbarstigheden van de risografie.
Perry keerde de geaccepteerde gebruiken in de fotografie om door uit te gaan van duisternis in plaats van het licht, o.a. als reactie op het digitale beeldenbombardement op onze schermen waarin niets aan de verbeelding wordt overgelaten.
Zijn duistere beelden verschijnen aanvankelijk als abstracte zwarte vensters waarin de fluisterende motieven lijken te aarzelen tussen naar voren te willen komen of juist nog een stap achterwaarts te zetten om te verdwijnen. In hun duistere vertwijfeling, hun bijna onzichtbaarheid, die evengoed een zelfverzekerd besef van de onherkenbaarheid van het zelf als beeld kan zijn, stellen zij de beschouwer op de proef.